Voor Werkgevers
Een werknemer met een chronische ziekte vraagt extra aandacht van jou als werkgever. Je weet namelijk lang niet altijd goed hoe je hier mee om moet gaan en daar word je werknemer de dupe van. Hoewel de werknemer ook het één en ander kan doen, zoals zorgen voor een goede communicatie op het werk, zijn er ook veel zaken waar je werkgever of collega’s rekening mee kunnen houden. Want omgaan met een zieke werknemer of collega is nog lang niet vanzelfsprekend, en dat kan anders.
Heb jij momenteel een werknemer in dienst die een (chronische) aandoening of beperking heeft? Onderstaande tips kunnen helpen om er beter mee om te kunnen gaan.
Maak deze tips bekend binnen het team en bespreek samen met de werknemer wat voor hem/haar prettig is.
Tips:
1. Laat je informeren over de aandoening of beperking
Heb of krijg je een werknemer in dienst met een chronische aandoening of beperking? Lees je in in zijn of haar aandoening. Op deze manier toon je interesse in je werknemer en kun je jouw kennis verbreden. Weten wat een aandoening of beperking inhoudt kan het voor jou als werkgever ook makkelijker maken om je werknemer te begrijpen en te ondersteunen.
TIP: Via deze [link]* kun je brochures downloaden met uitleg en informatie over verschillende aandoeningen.
* http://www.werkenmeteenbeperking.nl/download-brochures.html
2. Luister naar de opties die je werknemer aandraagt
Vaak weet een werknemer zelf wel hoe iets wél mogelijk is. Neem de opties die gegeven worden serieus en te kijken naar wat haalbaar is.
Als je werknemer aangeeft beter te kunnen functioneren als hij of zij om de dag wordt ingeplant, in plaats van 3 dagen achter elkaar, kijk dan of dit mogelijk is. Je kunt op deze manier voorkomen dat je werknemer uiteindelijk uitvalt.
3. Neem je werknemer serieus
Het is voor iemand met een chronische aandoening of beperking soms best lastig om eerlijk te zijn, grenzen aan te geven en te benoemen wat niet zo lekker loopt. Neem je werknemer serieus en speel in op zijn of haar behoefte. Geef aan dat je het goed vindt dat je werknemer aangeeft wat er speelt en probeer te kijken naar wat mogelijk is.
“Soms heb je meer aan een werknemer die goed is in het vak maar iets vaker ziek is, dan een werknemer die altijd aanwezig is maar de kantjes er vanaf loopt.”
4. Blijf vragen stellen
Onbegrip speelt vaak een grote rol als het gaat om een werknemer met een chronische aandoening of beperking. Een wisselend energieniveau kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat er de ene dag optimaal gefunctioneerd wordt terwijl je werknemer de andere dat niet vooruit te branden is. In plaats van te oordelen, kun je beter vragen stellen zodat je je werknemer beter gaat begrijpen.
5. Durf als werkgever buiten de lijntjes te denken
Een werknemer met een chronische aandoening weet zelf ook dat niet alles wat hij of zij nodig heeft haalbaar is. Toch is er niets fijner dan een werkgever die actief met je meedenkt en buiten de lijntjes durft te denken.
6. Omgaan met een zieke werknemer: Ga niet pushen
Meld je werknemer zichzelf ziek? Ga dan niet pushen door te zeggen dat je verwacht dat hij of zij er op een bepaalde dag wél weer is maar accepteer dat het zo is.
Juist als je druk gaat uitoefenen zal je werknemer stress gaan ervaren (wat de klachten juist kan verergeren, zoals in dit artikel wordt uitgelegd) en het kan ervoor zorgen dat je werknemer zich in het vervolg niet meer ziek durft te melden waardoor grenzen worden overschreden en je uiteindelijk verder van huis raakt.
7. Denk samen na over oplossingen
Als de huidige taken voor je werknemer te zwaar zijn, denk dan samen na over oplossingen.
• Wat kan je werknemer wél doen?
• Hoe kun je ervoor zorgen dat je werknemer aan het werk kan blijven?
• Welke opties zijn er?
Door hier naar je werknemer te luisteren en samen over na te denken en de werknemer ook actief te betrekken kun je ervoor zorgen dat je werknemer toch aan het werk kan blijven. Hier hebben jullie beide baat bij. Door taken uit de functie te halen en/of andere toe te voegen creeër je een nieuwe functie. Dit noemen we ook wel functiecreatie of jobcarving. Lees daar [hier] meer over.
8. Kijk naar de kwaliteiten van je werknemer
Ondanks het feit dat je werknemer misschien vaker ziek is, aanpassingen of extra begeleiding nodig heeft, is het belangrijk om te blijven kijken naar de kwaliteiten. Waar is je werknemer goed in en hoe kun je er voor zorgen dat dit meer benut kan worden? Blijf verder kijken dan een aandoening of beperking; zie jouw werknemer – net zoals andere werknemers – als een persoon met kwaliteiten.
Soms heb je meer aan een werknemer die goed is in het vak maar iets vaker ziek is, dan een werknemer die altijd aanwezig is maar de kantjes er vanaf loopt.
9. Achterhaal welke mogelijkheden er zijn voor je werknemer
Soms kun je vanuit het UWV een jobcoach krijgen voor jouw werknemer zodat er (tijdelijk) begeleiding is en je werknemer leert om zijn of haar kwaliteiten optimaal te benutten. Ook is het mogelijk om voorzieningen aan te vragen die werk makkelijker kunnen maken.