ISP en de 3 V’s

Copyright Glintz

Het ISP model geeft weer op welke gebieden en op welke manier aandacht gegeven wordt in de begeleiding van iemand met een chronische ziekte op de werkvloer.

Om vorm te geven aan frequente, intensieve en persoonlijke begeleiding uit het FIP model van professor Fenger, bevat het ISP model de drie elementen waarop begeleiding plaatsvindt.

Op deze drie gebieden wordt geleerd op het werk en vindt begeleiding plaats. Dit model bevat handvatten om de begeleiding in je rol als praktijkbegeleider invulling te geven op de werkvloer op de gebieden:

Instructie, Sociaal en Persoonlijk

Instructie
Instructie op taakinhoud vindt misschien wel het meeste plaats op een werkplek. Het is immers de voornaamste reden waarom je naar je werk komt. Er moeten dingen gemaakt of gedaan worden. Uitleg over hoe je dat doet is dus dagelijks aan de orde. Hoe moet iets gedaan moeten worden, welke stappen neem je daarin en waar moet je rekening mee houden (bijv. veiligheidsvoorschriften).
Als er sprake is van een chronische ziekte moet de uitvoering van taken misschien aangepast worden of gaat het leren anders als voorheen of moeten dingen vaker uitgelegd worden.

Sociaal
De mens is een sociaal dier. Sociale contacten maken dat we ons kunnen verhouden, spiegelen en leren van anderen. Zeker in coronacrisis merken we weer hoe belangrijk dat contact met die ander is. Zeker op het moment dat het er niet kan zijn.

‘Je weet pas wat je mist, als het er niet is’.

Op de werkvloer zijn sociale aspecten ook van belang, zoals contact leggen, collegialiteit en je plek vinden in het team. Het zorgt voor het gevoel ergens bij te horen, dat je gezien wordt en er op je gerekend wordt. Als een collega met een chronische ziekte weer terug op de werkplek komt, kan de uitdaging juist zitten in dat contact zoeken en vinden met anderen. Collega’s vinden het misschien moeilijk om te vragen hoe het is. Of merken een verandering in de persoon met de chronische ziekte. Het is moeilijk om de sfeer en het humeur van anderen aan te voelen en er goed op te reageren. Als praktijkbegeleider zul je in sommige gevallen dus juist op het sociale aspect moeten sturen, extra inzet tonen om iemand erbij te blijven betrekken.

Persoonlijk
Het Persoonlijk deel heeft een aantal overeenkomsten met Sociaal. Het gaat in beide gevallen namelijk om iemand zijn/haar ‘gebruiksaanwijzing’. Bij Sociaal gaat het om functioneren in een groep en bij Persoonlijk gaat het over gedrag en karakter van het individu. Dat gedrag kan in een groep anders zijn dan als iemand alleen is.

Met de (terug)komst van een medewerker krijg je die gebruiksaanwijzing er niet bij. Je zult tijd moeten investeren om de collega weer te leren kennen en meer te weten over zijn/haar chronische ziekte. Ook hier geldt dat er veel onzichtbaar is en blijft.

Gedrag is alles wat een mens doet. En wat iemand doet wordt bepaalt door prikkels. Die prikkels kunnen van binnenuit of van buitenaf komen.

Gedrag is wat we aan de buitenkant zien. Een reactie ergens op. De prikkel waardoor het gedrag ontstaat is niet altijd zichtbaar. Dat iemand boos reageert wil niet zeggen dat hij boos ís. We vullen dingen al snel in op basis van gedrag, maar dat is niet altijd het de juiste. Dat veroorzaakt weer een prikkel waar wij weer op reageren middels bepaald gedrag. Dit maakt dat situaties verkeerd worden opgepakt en kunnen escaleren. Met onbegrip, misverstanden en soms ruzie als gevolg.

Wat als we beter weten wat iemand nodig heeft? Wat als we aan de persoon zelf vragen wat hij/zij nodig heeft als er boosheid/verdriet/frustratie is? Als je in het heetst van de emotie vraagt wat iemand nodig heeft, ben je te laat. Ga dus het gesprek aan. Leer je collega opnieuw kennen en investeer in de relatie. Dit vindt z’n doorwerking in de 3 V’s.

De kern van het ISP model zijn de drie V’s: Veiligheid, Vertrouwen, Verwachtingen

De kern van het ISP model zijn de drie V’s
Veiligheid
Vertrouwen
Verwachtingen

De kern van het ISP model zijn de drie V’s
Veiligheid
Vertrouwen
Verwachtingen

De kern van het ISP model zijn de drie V’s
Veiligheid
Vertrouwen
Verwachtingen

Deze vormen de basis waar vanuit de begeleiding moet plaatsvinden. Zijn verwachtingen over en weer duidelijk? Blijft de persoon dezelfde taken uitvoeren? Moeten ze aangepast of veranderd?

Om hierover het goede gesprek te voeren zijn vertrouwen en veiligheid belangrijk. Dit valt ook wel onder psychologische veiligheid.